Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort descending Learn

Wat heb je vandaag gedaan?

What have you done today?

Wat als iemand ons ziet?

What if someone sees us?

Wat als je ouders erachter komen?

What if your parents find out?

Wat is een belangrijke eigenschap van jezelf?

What is an important characteristic of yourself?

Wat is het leven zonder de glans van de liefde?

What is life without the radiance of love?

Wat is dat gebouw?

What is that building?

Wat is de datum?

What is the date?

Wat is de wisselkoers?

What is the exchange rate?

Wat is de functie: trekt het je aandacht, leidt het je af, helpt het jou om de inhoud beter te begrijpen of te plaatsen?

What is the function: it attracts your attention, it distracts you, it helps you to understand or to place the content better?

Wat is de titel van het hoofdstuk?

What is the title of the chapter?

Wat is er te doen?

What is there to do?

Wat is dit gele ding?

What is this yellow thing?

Wat is jouw functie binnen het bedrijf?

What is your job within the company?

Wat is je postcode?

What is your postcode?

Wat soort hoed wil je?

What kind of hat do you want?

Wat voor spul wil je?

What kind of stuff do you want?

Wat soort dingen doe je in je vrije tijd?

What kind of things do you do in your free time?

Wat voor?

What kind?

Welke talen spreekt u?

What languages do you speak? (formal)

Wat is hier in hemelsnaam gaande?

What on earth is going on here?

Welk tarief mag ik hanteren?

What rate should I use?

Wat moet ik meenemen?

What should I bring?

Wat moet ik doen als mijn vrouw snurkt?

What should I do if my wife snores?

Wat moet ik ze vertellen?

What should I tell them?

Wat heeft dit conflict doen oplaaien?

What sparked this conflict?

wat ze deden was heldhaftig

what they did was heroic

Wat wilde je?

What was it that you wanted?

Wat was je daar sowieso aan het doen?

What were you doing there in the first place?

Waar hadden jullie het over?

What were you talking about? (you plural)

Wat voor weer wordt het?

What will the weather be like?

Wat zou Mary doen als ze erachter kwam?

What would Mary do if she found out?

Wat zou jij voorstellen?

What would you propose?

Wat je zei, is niet waar.

What you said is not true.

Wat je zegt is correct.

What you say is correct.

Wat zit er in de bovenste la?

What's in the top drawer?

Wat ben je aan het doen?

What’re you doing now?