Wat voor spul wil je?
Wat soort hoed wil je?
Wat is je postcode?
Wat is jouw functie binnen het bedrijf?
Wat is dit gele ding?
Wat is er te doen?
Wat is de titel van het hoofdstuk?
Wat is de functie: trekt het je aandacht, leidt het je af, helpt het jou om de inhoud beter te begrijpen of te plaatsen?
Wat is de wisselkoers?
Wat is de datum?
Wat is dat gebouw?
Wat is het leven zonder de glans van de liefde?
Wat is een belangrijke eigenschap van jezelf?
Wat als je ouders erachter komen?
Wat als iemand ons ziet?
Wat heb je vandaag gedaan?
Wat heeft Tom gedaan?
Wat is er gebeurd?
Wat bedoel je precies?
Wat zei je precies tegen Tom?
Welke apparatuur gebruikt u voornamelijk?
Wat wil Tom nog meer?
Wat versta ik niet?
Wat doet deze machine?
Wat betekent dat woord?
Wat doet Jan in de meubelfabriek? (dialoog)
Wat doet Jan in de meubelfabriek?
Wat doet Jan hier? (dialoog)
Wat doet Jan hier?
Wat wil je doen op maandag?
Wat vind je van dit shirt?
Wat heeft je voorkeur?
Wat hebben jullie daar?
Wat doe je?
Wat eten uilen?
Wat denk je van dit boek?