Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (716) B (1128) C (201) D (3952) E (1474) F (203) G (923) H (2244) I (1323) J (285) K (771) L (466) M (719) N (391) O (809) P (525) Q (2) R (393) S (1105) T (1089) U (194) V (1264) W (1135) X (3) Y (88) Z (929)
Dutch Recording English Learn
Waar is het?
Where is it?
Waar is zijn kantoor?
Where is his office?
Waar is zijn vader?
Where is his father?
Waar is hij?
Where is he?
Waar gaat hij heen?
Where is he going?
Waar vind ik een geldautomaat?
Where is an ATM?
Waar gaat deze trein heen?
Where does this train go?
Waar gaat deze bus heen?
Where does this bus go?
Waar werkt Jan? Jan werkt in de meubelfabriek.
Where does John work? John works in the furniture factory.
Waar werkt Jan?
Where does John work? (dialogue)
Waar werkt Jan?
Where does John work?
Waar werkt hij?
Where does he work?
Waar werk je?
Where do you work?
Waar wil je heen?
Where do you want to go?
Waar studeer je?
Where do you study?
Waar woon je?
Where do you live? (informal)
Waar woont u?
Where do you live? (formal)
Waar woon je tegenwoordig?
Where do you live now?
Waar koopt men buskaartjes?
Where do you buy bus tickets?
Waar kennen we elkaar van?
Where do we know each other from?
Waar komen ze vandaan?
Where do they come from?
Waar heb je hem ontmoet?
Where did you meet him?
Waar ben je laatst op vakantie geweest?
Where did you go on your last holiday?
Waar ben je afgelopen zondag heen gebracht?
Where did you go last Sunday?
Waar heb je die tas gekocht?
Where did you buy that bag?
Waar leerde Yanni manden maken?
Where did Yanni learn to make baskets?
Waar kan ik douchen?
Where can I take a shower?
Waar kan ik bidden?
Where can I pray?
Waar kan ik terecht voor hulp?
Where can I go for help?
Waar kan ik geld wisselen?
Where can I get money changed?
Waar kan ik een traveller’s check wisselen?
Where can I get a traveler’s cheque changed?
Waar kan ik Chinees eten kopen?
Where can I buy some Chinese food?
Waar kan ik eieren kopen?
Where can I buy eggs?
Waar kan ik een Engelse krant kopen?
Where can I buy an English newspaper?
Waar brengt u me heen?
Where are you taking me?
Waar ga je heen?
Where are you going?