We zijn amateurs.
We zijn architecten.
We bouwen een muur.
We zijn blij dat je kon komen.
We gaan wandelen deze namiddag.
We gaan skiën morgen.
We gaan naar Duitsland.
We gaan veel plezier beleven.
We zijn dakloos.
We worden beïnvloed door onze omgeving.
We gaan morgen verhuizen.
We zijn niet alleen.
We zijn niet gek.
We zijn niet doof.
We zijn op weg naar huis.
We zijn hier veilig.
We zijn telepathisch.
We zijn bijna klaar.
We hebben al veel geleerd.
We hebben deskundigen geraadpleegd.
We hebben vijf katten.
We hebben veel klanten verloren.
wat
Wat een prachtige tuin.
Wat een grote hond!
Wat een vang!
Wat een huichelaar!
Wat een engeltje.
Wat zijn de verschillende opties?
Wat zijn de maanden van het jaar?
Wat zijn de overige opties?
Wat is hun naam?
Wat is hun beleid?
Wat doe je met die mest?
Wat drink je?
Waarover zitten jullie te fluisteren?