Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)

Dutch Sort ascending	English	Learn
wil	wants (3rd person singular)	Learn
wil	want (1st person singular)	Learn
wil	want (2nd person singular, question form)	Learn
wikkel	wrapper	Learn
Wikipedia	Wikipedia	Learn
wijziging	change	Learn
wijzigen	to change; to modify	Learn
wijzer dan zij is niemand op de wereld	there is no one in the world cleverer than she is	Learn
wijzer	wiser	Learn
wijzen	wise men	Learn
wijzen	point	Learn
wijze	manner	Learn
Wijsheid komt niet automatisch met de leeftijd.	Wisdom does not automatically come with age.	Learn
wijsheid	wisdom	Learn
wijs	wise	Learn
wijnstok	grapevine	Learn
wijnranken	vines	Learn
wijnkelder	wine cellar	Learn
wijnkaart	wine list	Learn
Wijn is een alcoholische drank?	Wine is an alcoholic beverage.	Learn
wijn	wine	Learn
wijken	neighborhoods	Learn
wijk	neighbourhood	Learn
wijding	consecration	Learn
wijde	wide	Learn
wijd	wide	Learn
Wij zitten nooit vooraan.	We never sit in the front.	Learn
Wij zijn met vlag en wimpel de grootste partij van het land.	We are by far the largest party in the country.	Learn
wij zijn heus niet stom	we are not stupid	Learn
wij zijn	we are	Learn
wij wisten niet	we didn’t know	Learn
Wij willen de slaapkamer renoveren.	We want to renovate the bedroom.	Learn
Wij willen dan ook zo snel mogelijk aan tafel om een sterke coalitie te smeden.	We therefore want to get around the table as quickly as possible in order to forge a strong coalition.	Learn
wij waren	we were	Learn
Wij voeren koffie in uit Brazilië.	We import coffee from Brazil.	Learn
Wij vertrouwen geen vreemdelingen.	We don’t trust strangers.	Learn