verslaan
vervloeken
voortzetten
verdergaan
veroveren
vervoegen
verwarren
veroordelen
vitten
verzamelen
verduidelijken
vertrekken
veranderen
vieren
veel leed aandoen
verkouden
voeren
vervelen
verraden
verwedden
verstommen
verdragen
volstaan
verantwoordelijk zijn voor
verliefd zijn op
vertrouwd zijn met
vermijden
vragen
viseren
verwezenlijken
vergezellen
versnellen
vermoeid
verantwoordelijken
vanmorgen
vanochtend