Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - V

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort ascending Learn

Veel vrouwen kopen schoenen een maat te klein, omdat ze dat mooier vinden.

A lot of women buy shoes one size too small, because they find them prettier.

veel gereis deze maand

a lot of travelling this month

veel leed

a lot of suffering

Veel kinderen dragen een spijkerbroek.

A lot of kids wear jeans.

veel lef

a lot of guts

veel toewijding

a lot of dedication

veel

a lot of

veel op elkaar

a lot like each other

vijfhonderdtweeënnegentig

592 (five hundred and ninety-two)

vijfhonderdvijfenzeventig

575 (five hundred and seventy-five)

vijfhonderdachtenvijftig

558 (five hundred and fifty-eight)

vijfhonderdvijfenvijftig

555 (five hundred and fifty-five)

vijfhonderdeenenveertig

541 (five hundred and forty-one)

vijfhonderdvierentwintig

524 (five hundred and twenty-four)

vierhonderdachtentachtig

488 (four hundred and eighty-eight)

vierhonderddrieënzeventig

473 (four hundred and seventy-three)

vierhonderdzesenvijftig

456 (four hundred and fifty-six)

vierhonderdvierenveertig

444 (four hundred and forty-four)

vierhonderdnegenendertig

439 (four hundred and thirty-nine)

vierhonderdvierendertig

434 (four hundred and thirty-four)

vierhonderddrieëndertig

433 (four hundred and thirty-three)

vierhonderdtweeëntwintig

422 (four hundred and twenty-two)

vierduizend vierhonderdachtentachtig

4,488 (four thousand four hundred and eighty-eight)