Dutch-English Dictionary - T

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)

Dutch	English Sort ascending	Learn
Tyrisch	Tyrian	Learn
twee weken geleden	two weeks ago	Learn
twee bestelwagens	two vans	Learn
tweeduizend dertien	two thousand thirteen (2013)	Learn
tweeduizend tweeëntwintig	two thousand and twenty-two (2022)	Learn
tweeduizend eenentwintig	two thousand and twenty-one (2021)	Learn
tweeduizend	two thousand (2,000)	Learn
twee sneetjes peperkoek	two slices of gingerbread	Learn
Twee sjofel uitziende tovenaars staarden hem aan.	Two shabby-looking wizards stared at him.	Learn
Twee robotten doen met veel overgave aan paaldansen.	Two robots doing pole dancing with lots of dedication.	Learn
twee kettingbotsingen	two pile-ups	Learn
twee uur	two o’clock	Learn
twee maanden geleden	two months ago	Learn
twee minderjarigen	two minors	Learn
twee maaltijden	two meals	Learn
tweehonderddertigduizend	two hundred thirty thousand (230,000)	Learn
tweehonderdtweeëntwintig	two hundred and twenty-two (222 )	Learn
tweehonderdvijfendertig	two hundred and thirty-five (235 )	Learn
tweehonderdnegenenzestig	two hundred and sixty-nine (269 )	Learn
tweehonderdeen	two hundred and one (201 )	Learn
tweehonderdtweeënvijftig	two hundred and fifty-two (252 )	Learn
tweehonderdzesentachtig	two hundred and eighty-six (286 )	Learn
tweehonderdachttien	two hundred and eighteen (218)	Learn
tweehonderd	two hundred (200)	Learn
Twee families gaan elkaar op straat te lijf met honkbalknuppels	Two families attack each other on the street with baseball bats	Learn
twee voorbeelden om dit te verduidelijken	two examples to clarify this	Learn
twee dagen later	two days later	Learn
twee dagen geleden	two days ago	Learn
twee wielertoeristen	two cycling tourists	Learn
twee samengestelde woorden	two compound words	Learn
twee	two (2)	Learn
Twitter	Twitter
tweelingen	twins	Learn
tweelingbroer	twin brother	Learn
tweeling	twin	Learn
twijg	twig	Learn