Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - N

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (639) B (994) C (161) D (3475) E (1066) F (166) G (790) H (1909) I (1054) J (240) K (669) L (403) M (632) N (353) O (697) P (470) Q (2) R (336) S (971) T (953) U (165) V (1129) W (910) Y (88) Z (764)
Dutch Sort descending Recording English Learn

neergolfde

curled

neerkijken

to look down

neerleggen

to put it down

neerlegging

filing

neerschieten

to shoot down

neerslag

rainfall; precipitation

neerslagsoort

precipitation

neersteken

to stab

neerzetten

to put down

neerzitten

to sit down

nefaste

adverse

negen

nine (9)

negende

ninth

negenduizend

nine thousand (9,000)

negenendertig

thirty-nine (39)

negenennegentig

ninety-nine (99)

negenentachtig

eighty-nine (89)

negenentwintig

twenty-nine (29)

negenenveertig

forty-nine (49)

negenenvijftig

fifty-nine (59)

negenenzestig

sixty-nine (69)

negenenzeventig

seventy-nine (79)

negenenzeventig procent

seventy-nine percent (79%)

negenhonderd

nine hundred (900)

negenhonderddrieëntachtig

nine hundred and eighty-three (983)

negenhonderdnegenennegentig

nine hundred and ninety-nine (999)

negenhonderdnegenenveertig

nine hundred and forty-nine (949)

negenhonderdtweeëndertig

nine hundred and thirty-two (932)

negenhonderdvijftien

nine hundred and fifteen (915)

negenhonderdzesenzestig

nine hundred and sixty-six (966)

negenjarige

nine-year-old

negentien

nineteen (19)

negentieneenenzeventig

nineteen seventy-one (1971)

negentienhonderddrieënvijftig

nineteen fifty-three (1953)

negentienzevenenzestig

nineteen sixty-seven (1967)

negentig

ninety (90)