hun maaiende armen
hun laatste tentamen
hun ogen
hun ongenoegen
hun
het zuurdeeg
het jaar
het erf
het hof
het personeelskader
het werk
het woord
het woud
het hout
het winterweer
het raamkozijn
het raam
het venster
het hele systeem
het hele verhaal
het hele karwei
het hele huis
het hele deeg
het hele land
het geheel
het gefluister
het westen
het weekend
Het weer werd plots warmer.
het weerbericht
het weer
Het water is koud.
Het water stijgt.
Het water droop haar uit het haar en de kleren; het liep er bij de neuzen van haar schoenen in en bij de hakken weer uit.
het water droop haar uit het haar en de kleren
het water