Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort descending Learn

het Verenigd Koninkrijk

the United Kingdom

Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland.

The United Kingdom is comprised of England, Scotland, Wales, and Northern Ireland.

het heelal

the universe

het gebruik

the use

Het Vaticaan heeft voor de eerste maal de vermeende beenderen van de apostel Petrus, of Sint-Pieter, tentoongesteld.

The Vatican has for the first time the alleged bones of the apostle Peter or St. Peter on display.

het venijn

the venom

het werkwoord

the verb

Het vonnis valt op 21 juni.

The verdict falls on June 21.

het oordeel van de jury

the verdict of the jury

het venijn

the viciousness

het slachtoffer

the victim

het dorp

the village

Het Dorp (Wim Sonneveld)

The Village (Wim Sonneveld)

het dorp is gemoderniseerd

the village has been modernised

Het dorp werd door een heftige storm van de omgeving afgesneden.

The village was cut off from the surrounding area by a heavy storm.

het geweld

the violence

het virus

the virus

het visum

the visa

het bezoek

the visit

het bezoek

the visitors

het loon

the wage

het middel

the waist

het Waals Gewest

the Walloon Region

het warme, felle licht van de zon

the warm, bright light of the sun

het water

the water

het water droop haar uit het haar en de kleren

the water dripped from her hair and clothes

Het water droop haar uit het haar en de kleren; het liep er bij de neuzen van haar schoenen in en bij de hakken weer uit.

The water dripped from her hair and clothes; it went in at the toes of her shoes and went out again at the heels.

Het water stijgt.

The water is rising.

Het water is koud.

The water’s cold.

het weer

the weather

het weerbericht

the weather forecast

Het weer werd plots warmer.

The weather suddenly got warmer.

het weekend

the weekend

het westen

the west

het gefluister

the whispering

het geheel

the whole