Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (649) B (1001) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (803) H (1932) I (1070) J (242) K (672) L (406) M (642) N (356) O (713) P (471) Q (2) R (342) S (979) T (978) U (166) V (1138) W (916) Y (88) Z (774)
Dutch Sort ascending Recording English Learn

driehonderdvierenveertig

344 (three hundred and forty-four)

driehonderdtwintig

320 (three hundred and twenty)

driehonderdeenenzeventig

371 (three hundred and seventy-one)

driehonderddrieënveertig

343 (three hundred and forty-three)

driehonderddrieëndertig

333 (three hundred and thirty-three)

driehonderddrie

three hundred and three (303)

driehonderdachtentachtig

388 (three hundred and eighty-eight)

driehonderd

three hundred (300)

driehoek

triangle

drieënzeventig

seventy-three (73)

drieënzestig

sixty-three (63)

drieënvijftig

fifty-three (53)

drieënveertig

forty-three (43)

drieëntwintig

twenty-three (23)

drieëntachtig

eighty-three (83)

drieënnegentig

ninety-three (93)

drieëndertig

thirty-three (33)

drie weken geleden

three weeks ago

drie relschoppers aangehouden

three rioters arrested

drie meerderjarigen

three adults

drie keer per jaar

three times a year

drie duizend driehonderddrieëndertig

three thousand three hundred and thirty-three (3333)

drie duizend

three thousand (3,000)

drie dorpen

three villages

drie dagen geleden

three days ago

drie

three (3)

dreven de spot

ridiculed

dreven

drove

dreunende

thumping

dreun

thump

dressoir

sideboard

drenkeling

drowning person

dreiging

threat

dreigement

threat

drankjes

drinks (diminutive)

drankje

drink (diminutive)