Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (641) B (994) C (161) D (3476) E (1067) F (166) G (791) H (1912) I (1056) J (240) K (669) L (403) M (633) N (353) O (699) P (471) Q (2) R (336) S (973) T (958) U (166) V (1130) W (911) Y (88) Z (767)
Dutch Recording English Sort descending Learn

de kapstok

the coat hook

De vacht is de behaarde huid van een zoogdier.

The coat is the hairy skin of a mammal.

De kapstok staat in de gang.

The coat rack is in the hallway.

de keien

the cobblestones

de haan

the cock

de kabeljauw

the cod

de koffie

the coffee

de kist

the coffin

de cognac

the cognac

de samenhang

the coherence

de kou

the cold

de koude lucht

the cold air

de koude streken

the cold regions

de medewerker

the collaborator

de collega’s

the colleagues

de aanrijding

the collision

de kleur

the colour

de kleurtjes

the colours

De zuilen zijn gemaakt van gewapend beton.

The columns are made of reinforced concrete.

De zuilen waren gemaakt van marmer.

The columns were made of marble.

de kam

the comb

de komma

the comma

De commandant van de eenheid heeft het bevel gegeven om de wapens neer te leggen.

The commander of the unit has given the order to lay down the weapons.

de herdenking

the commemoration

de commerciële uitbating begon in 1971

the commercial operation started in 1971

de commissies

the committees

de communicatie

the communication

de communies

the communions

de gemeenschap

the community

de pendelaar

the commuter

de ondernemingen

the companies

de bedrijven

the companies

de maatschappijen

the companies; societies

de kameraad

the companion

de vennootschap

the company

de directeur

the company director