Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Recording English Sort descending Learn

de ondernemingen

the companies

de bedrijven

the companies

de maatschappijen

the companies; societies

de kameraad

the companion

de vennootschap

the company

de directeur

the company director

de onderneming

the company; the business

De groei van het bedrijf is mede te danken aan de toewijding van het team.

The company’s growth is partly thanks to the dedication of the team.

de vergelijking

the comparison

de vergoeding

the compensation

de concurrentie

the competition

de aanvulling

the complement

de voltooiing

the completion

de samenstelling van de brooddozen

the composition of the lunch boxes

de computer

the computer

de concentraties

the concentrations

de aandoening

the condition

de voorwaarden

the conditions

de bekentenis

the confession

de bekentenissen

the confessions

de bevestiging

the confirmation

de vormsels

the confirmations

de confrontatie

the confrontation

de verwarring

the confusion

De verwarring en paniek veroorzaakte een opschudding.

The confusion and panic caused an uproar.

De verwarring tart iedere beschrijving.

The confusion beggars belief.

De verwarring tart iedere beschrijving.

The confusion defies description.

De vervoeging van dit werkwoord is lastig.

The conjugation of this verb is tricky.

de verbinding

the connection

de aansluiting

the connection

de aansluitingen

the connections

de wijding

the consecration

de ontsteltenis

the consternation

De ontsteltenis was duidelijk merkbaar.

The consternation was clearly noticeable.

de kieskring

the constituency

de aanleg

the construction