Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)
Dutch Sort descending Recording English Learn

De maan schijnt ’s nachts.

The moon shines at night.

De maan schijnt.

The moon is shining.

De maan stond boven de horizon.

The moon was above the horizon.

de maand

the month

de maanden

the months

de maanden mei en juni

the months of May and June

de maat

the measure (short form)

de maatregel

the measure

De maatregel is een preventieve actie tegen spieken.

The measure is a preventative action against cheating.

de maatschappij

the society

de maatschappijen

the companies; societies

de maatstaven

the standards

de machine

the machine

de macht van de adel

the power of the nobility

de machten

the powers

de magneet

the magnet

de maïs

the sweetcorn

de make-up

the makeup

de malen

the times

de man

the husband

de man

the man

De man had pijn op zijn borst.

The man had pain in his chest.

de manager

the manager

de mand

the basket

de mandarijn

the mandarin

de manier

the way

de maniok

the cassava

de manuele aanduidingen

the manual indications

de marge

the margin

de markt

the market

de markten

the markets

de marmeren trap

the marble staircase

de martelaar

the martyr

de mate

the degree; the quantity

De mate van motivatie voor de uitvoering van de opdracht.

The degree of motivation for the execution of the assignment.

de mate waarin

the extent to which