Dutch-English Dictionary - B

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (650) B (1002) C (163) D (3499) E (1078) F (169) G (804) H (1932) I (1072) J (244) K (672) L (406) M (643) N (356) O (713) P (472) Q (2) R (343) S (981) T (977) U (166) V (1139) W (916) Y (88) Z (776)

Dutch Sort ascending	English	Learn
benieuwd	curious	Learn
benen	legs	Learn
benedenverdieping	ground floor	Learn
beneden	below	Learn
benaming	name; term	Learn
benadrukt	stresses (3rd person singular)	Learn
benadrukken	to emphasize; to stress	Learn
benadering	approach	Learn
benaderen	to approach	Learn
Ben jij moe?	Are you tired?	Learn
Ben jij een van Tom zijn dochters?	Are you one of Tom’s daughters?	Learn
Ben jij een optimist of een pessimist?	Are you an optimist or a pessimist?	Learn
Ben je zelfs niet nieuwsgierig?	Aren’t you even a little curious?	Learn
Ben je voor hun beleid?	Are you in favor of their policy?	Learn
Ben je timmerman?	Are you a carpenter?	Learn
Ben je op vakantie?	Are you on holiday?	Learn
Ben je nog steeds te zwaar?	Are you still overweight?	Learn
Ben je nog bezig?	Are you still busy?	Learn
Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?	Have you not come into a warm room and don’t you have a company from which you can learn something?	Learn
Ben je klaar om te bestellen?	Are you ready to order?	Learn
Ben je erachter gekomen waar Tom woont?	Did you find out where Tom lives?	Learn
Ben je eergisteren gekomen?	Did you come the day before yesterday?	Learn
Ben je daar geweest?	Have you been there?	Learn
Ben je al gewend aan Japans eten?	Have you got used to eating Japanese food yet?	Learn
Ben je aan het lunchen?	Are you eating lunch?	Learn
Ben ik zo voorspelbaar?	Am I that transparent?	Learn
Ben ik zo doorzichtig?	Am I that transparent?	Learn
Ben ik verplicht om de aangifte te doen?	Am I obliged to file the declaration?	Learn
Ben ik verliefd?	Am I in love?	Learn
Ben ik dik?	Am I fat?	Learn
Ben heeft geleerd hoe hij vuur kan maken zonder lucifers.	Ben learned to make a fire without matches.	Learn
Ben	Ben (boy’s name)	Learn
ben	am	Learn
ben	are (2nd person singular, inverted form)	Learn
bemoeien	to interfere	Learn
bemoedigend	encouraging	Learn