Ik vermijd u niet.
Sta ik onder arrest?
We gaan skiën morgen.
voor te bereiden
Wat is je postcode?
Zij haalde er een uit!
We zien hem hier amper.
Dat huis is niet te koop.
Koester elk moment.
een paar tellen later
een heel knappe vrouw
Je hebt me nooit gemogen, hè?
Verwacht geen genade.
beantwoordt aan
iets onder de knie hebben
Er waren veel vliegen.
Ze heeft immers gelijk.
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
volle kracht vooruit
Je bent erbij betrokken.