Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - S

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Sort ascending Recording Learn
She’s asking for the impossible.

Zij vraagt het onmogelijke.

She concealed her double chin with scarves.

Zij verborg haar onderkin met sjaals.

She always tries to help others.

Zij tracht altijd de anderen te helpen.

She took the child’s temperature to see if they had a fever.

Zij temperatuurde het kind om te zien of het koorts had.

she moans at you

zij tegen je kermt

she broke down

zij stukliep

She studies mathematics.

Zij studeert wiskunde.

She again struck a match on the wall, and again it became bright around her; in the brightness stood her old grandmother, clear and shining, yet loving in her appearance.

Zij streek weer een lucifertje tegen den muur af, het werd weer helder, en in den glans daarvan stond haar oude grootmoeder, helder en glinsterend, vriendelijk en liefderijk.

She lit another match.

Zij stak nog een lucifertje aan.

She plays the piano.

Zij speelt piano.

She cleans the house every week.

Zij poetst het huis elke week.

She took the little girl in her arms, and they both flew upwards, towards the brightness and joy far above the earth, endlessly high.

zij nam het kleine meisje op haar arm, en beiden vlogen in glans en vreugde hoog boven de aarde, oneindig hoog.

She made breakfast.

Zij maakte ontbijt.

She laid good eggs, and the woman loved her as if she had been her own child.

Zij legde heerlijke eieren, en de vrouw had haar zo lief, alsof zij haar kind was.

She looked excited.

Zij leek opgewonden.

She attained everlasting fame through her work.

Zij kreeg eeuwige roem door haar werk.

she cooks

zij kookt

she could see into the room

zij kon in de kamer zien

She gave him a piercing look.

Zij keek hem doordringend aan.

she is of Spanish descent, which is why she is so fat

zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik

She is the contact person for technical issues.

Zij is het aanspreekpunt voor technische problemen.

She is used to staying up late.

Zij is gewend laat op te blijven.

she is

zij is

She loves animals.

Zij houdt van dieren.

She has short hair.

Zij heeft kort haar.

She has a valid reason to be absent.

Zij heeft een deugdelijke reden om afwezig te zijn.

She had taken beautiful pictures of the animals in the zoo.

Zij had prachtige foto’s getrokken van de dieren in de dierentuin.

she hadn’t sold even one matchbox and she hadn’t brought a single penny

zij had immers geen enkel doosje lucifers verkocht en bracht geen cent mee

She took one out!

Zij haalde er een uit!

She sat down on a step from the landing in the courtyard.

Zij ging op een trede van het bordes op de binnenplaats zitten.

She drinks coffee.

Zij drinkt koffie.

She wears glasses.

Zij draagt een bril.

She builds bridges.

Zij bouwt bruggen.

She practices divination with tarot cards.

Zij beoefent waarzeggerij met tarotkaarten.

side

zij

she

zij