Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - S

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1809) B (692) C (1166) D (812) E (500) F (654) G (402) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6704) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
She beckoned the children. Zij wenkte de kinderen.
She began raving with anger. Ze begon te geraaskal van woede.
She bit him. Ze heeft hem gebeten.
She bought a chicken. Ze kocht een kip.
she broke down zij stukliep
She buckled her shoes. Ze gespte haar schoenen dicht.
She builds bridges. Zij bouwt bruggen.
She came back disappointed. Ze kwam teleurgesteld terug.
She came home disappointed. Ze kwam teleurgesteld thuis.
She came to do it herself. Ze kwam om het zelf te doen.
She came! Ze kwam!
She can rightly be proud of her daughter. Ze kan terecht fier zijn op haar dochter.
She can’t resist complaining. Ze kan het niet laten om te vitten.
She changed her plan at the last minute. Ze wijzigde haar plan op het valreep.
She chose exile voluntarily. Ze koos vrijwillig voor ballingschap.
She cleaned her room so that I’m happy. Ze ruimde haar kamer op zodat ik blij ben.
She cleans the house every week. Zij poetst het huis elke week.
She concealed her double chin with scarves. Zij verborg haar onderkin met sjaals.
she cooks zij kookt
She could see into the room. Zij kon in de kamer zien.
She couldn’t squat for long. Ze kon niet lang hurken.
She cried for joy when she heard that her son had survived the plane crash. Ze huilde van blijdschap toen ze hoorde dat haar zoon de vliegtuigcrash had overleefd.
She danced exuberantly to the music. Ze danste uitbundig op de muziek.
She danced with grace. Zij danste met genade.
She dances with passion. Ze danst met hartstocht.
She dedicated her life to education. Zij wijdde haar leven aan het onderwijs.
She defeats every opponent effortlessly. Ze verslaat elke tegenstander moeiteloos.
She demanded a specific mention. Ze eiste een specifieke vermelding.
She designed the magazine cover. Ze ontwierp de omslag van het tijdschrift.
She did it the old fashioned way. Ze deed het op een ouderwetse manier.
She did not let failure discourage her. Ze liet zich niet ontmoedigen door mislukkingen.
She didn’t come to work today. Ze is vandaag niet komen werken.
She didn’t go. Ze ging niet.
She didn’t know what she could do here. Ze wist niet wat ze hier zou kunnen doen.
She didn’t want to sell the book. Ze wilde het boek niet verkopen.
She disapproves of the government's decision. Zij hekelt het besluit van de overheid.