Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - L

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1811) B (693) C (1165) D (812) E (500) F (654) G (400) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6705) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
laptop laptop
laptops laptops
large, calloused flat feet grote, eeltige platvoeten
largest grootste
larks leeuweriken
last afgelopen
last vorig
last (long form) vorige
last minute valreep
last name achternaam
last night gisteravond
last night vannacht
last week vorige week
last weekend het voorbije weekend
last year het afgelopen jaar
lasted duurde
lasted geduurd
lasting duurzaam
latch grendel
late te laat
late laat
late afternoon namiddag
late bloomer; late developer laatbloeier
later later
latest laatst
Latin Latijns
laugh lach
laughed (plural) lachten
laughed lachte
laughed gelachen
laughing aan het lachen
launch lanceren
launches lanceringen
Launching a business or product typically involves a lot of planning, preparation and research. Het lanceren van een bedrijf of product gaat meestal gepaard met veel planning, voorbereiding en onderzoek.
launderette wasserette
laundromat wasserette