Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - L

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1811) B (693) C (1165) D (812) E (500) F (654) G (400) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6705) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
lighting verlichting
lightning bliksem
lights lichten
Lights were shining from every window, and there was a savoury smell of roast goose. Al de ramen waren helder verlicht, en het rook heerlijk naar ganzengebraad.
like (1st person singular) leuk vinden
like an eagle als een adelaar
like this zoals dit
liked gemogen
liked beviel
likes bevalt
lilly lelietje
lily of the valley lelietje van dalen
lime limoen
limes limoenen
limited beperkt
limits limieten
limped hinkte
line lijn
line regel
line linie
Line twelve only comes in half an hour, but line five should be here in three minutes. Lijn twaalf komt pas over een half uur, maar lijn vijf zou hier over drie minuten moeten zijn.
Line twelve or line five? Lijn twaalf of lijn vijf?
linen linnen
lines lijnen
linguistic taalkundige
linguistic term taalkundige term
linguistics taalkunde
link link
link schakel
linked gekoppeld
lion leeuw
lioness leeuwin
lip lip
lips lippen
liquid vloeistof
liquorice zoethout