Understand spoken Dutch

"and" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
“The other ducklings look very sweet,“ said the old duck; “make yourself at home, and if you find an eel head, you can bring it to me.“

“De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.”

“It has been in the egg for too long, and that is why it has become deformed!a little!”

“Het heeft te lang in het ei gezeten, en daardoor is het wat mismaakt geworden!”

“It’s too big!” they all said, and the turkey that had come into the world with spurs and therefore thought he was emperor, blew himself up like a ship with full sails and came up to him; then he clucked and his head turned bright red.

“Het is te groot!” zeiden allen, en de kalkoense haan, die met sporen ter wereld gekomen was en daarom dacht, dat hij keizer was, blies zich op als een schip met volle zeilen en kwam op hem af; toen klokte hij en werd zijn kop vuurrood.

“I have also been fooled like that and it caused me a lot of work with my young ones, because they were afraid of the water.”

“Ik ben ook eens zo beetgenomen en had toen heel wat werk met mijn jongen, want zij waren bang voor het water!”

“I think it will grow up well and get smaller over time.”

“Ik denk wel, dat het goed zal opgroeien en mettertijd wat kleiner worden.”

“I will still sit on it for a bit longer,” answered the duck; “I’ve sat on it for so long already, so I can sit on it for a few more days!”

“Ik zal er toch nog een beetje op blijven zitten,” antwoordde de eend; “ik heb er nu al zo lang op gezeten, en dus kan ik er nog wel een paar dagen op zitten!”

“You are all together, right?” she continued and stood up.

“Je bent toch allemaal wel bij elkaar?” vervolgde zij en stond op.

“You have to decide that for yourself,” continued the old duck and left.

“Je moet het zelf weten,” hernam de oude eend en ging weg.

“Look at that! Now we wil get additional ones, as if we are not enough already! And gosh! that one duckling looks so ugly! We don’t want that here! ”

“Kijk eens! Nu moeten wij nog het aanhangsel krijgen, alsof wij al niet talrijk genoeg waren! En foei! wat ziet dat ene eendje er uit! Dat willen wij hier niet hebben!”

“Look, that is how it goes in the world now!“ said the mother of the ducklings, and she was sticking out her beak, because she also wanted the eel head. “

“Kijk, zo gaat het nu in de wereld!” zei de moeder der eendjes, en zij stak haar snavel al uit, want zij wilde de palingkop ook wel hebben.”

“Quack, quack! Come with me, then I will take you into the big world and introduce you in the duck cage: but keep close to me and watch out for the cat!“

“Kwak, kwak! Gaat maar met mij mee, dan zal ik je in de grote wereld brengen en je in de eendenkooi voorstellen: maar zorgt, dat je dicht in mijn nabijheid blijft, en neemt je voor de kat in acht!”

“Quack, Quack!” they said, and one duckling after the other plunged into the water; the water splashed around their heads, and they dived under briefly, but soon they came up again and swam excellently.

“Kwak, kwak!” zeide zij, en het ene eendje na het andere plofte er nu ook in; het water spatte hun om de kop, en zij doken even onder, maar kwamen al spoedig weer boven en zwommen uitmuntend.

“No, it’s not a turkey,” thought the old duck; “Look how strong he hits his legs and how straight he knows how to keep himself!”

“Nee, het is geen kalkoen,” dacht de oude eend; “kijk eens, hoe ferm hij met zijn poten slaat en hoe recht hij zich weet te houden!”

“Now I am almost getting bored!” and she sat down on it again.

“Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.

“Piff! Paff!” it sounded, and the two wild gannets fell dead in the reeds, and the water turned blood red.

“Piefpafpoef!” klonk het juist, en de beide wilde genten vielen dood in het riet neer, en het water werd bloedrood gekleurd.

“Piff! Paff!” it sounded again, and now whole flocks of wild geese were flying out of the reeds.

“Piefpafpoef!” klonk het weer, en nu vlogen er gehele scharen wilde ganzen uit het riet op.

“Piep, piep!” said the duckling and it crawled out.

“Piep, piep!” zei het jong en kroop er uit.

“Little Red Riding Hood” is a fairy tale and the name of the main character in the story.

“Roodkapje” is een sprookje en de naam van de hoofdpersoon in het verhaal.

“What kind are you?” they asked, and the duckling turned in all directions and greeted them the best way he could.

“Wat ben jij er voor één?” vroegen zij, en het eendje wendde zich naar alle kanten en groette zo goed het kon.