Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - Y

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1355) B (614) C (986) D (682) E (433) F (565) G (334) H (813) I (1372) J (102) K (66) L (424) M (584) N (315) O (329) P (723) Q (29) R (433) S (1473) T (5905) U (122) V (115) W (853) Y (302) Z (13)
English Dutch Recording Learn
“You have to decide that for yourself,” continued the old duck and left.

“Je moet het zelf weten,” hernam de oude eend en ging weg.
“You don’t understand me,” said the duckling.

«Je begrijpt mij niet!» zei het eendje.
“You are terribly ugly!” the wild ducks said; “But we don’t care as long you don’t marry someone within our family!”

“Je bent verschrikkelijk lelijk!” zeiden de wilde eenden; “maar dat kan ons niet schelen, als je maar niet met iemand van onze familie trouwt!”
“You are all together, right?” she continued and stood up.

“Je bent toch allemaal wel bij elkaar?” vervolgde zij en stond op.
You’ve never liked me, have you?

Je hebt me nooit gemogen, hè?
You’ve got no alibi for the day of the murder.

Je hebt geen alibi voor de dag van de moord.
You’re welcome.

Graag gedaan.
You’re unemployed.

Je bent werkloos.
You’re the biggest.

Jij bent de grootste.
You’re older than Tom.

Jij bent ouder dan Tom.
You’re nuts.

Je bent gestoord.
You’re not allowed to skip your turn in a game of chess.

Tijdens het schaken mag je geen beurt overslaan.
You’re not a morning person, I understand.

Je bent geen ochtendmens, heb ik begrepen.
You’re married and have two children.

Je bent gehuwd en hebt twee kinderen.
You’re late.

Je bent laat.
You’re involved.

Je bent erbij betrokken.
You’re impossible.

Je bent een onmogelijk mens.
You’re generous.

Je bent gul.
You’re cheating me.

U bedriegt me.
You’re a very rich person.

Je bent een erg rijk persoon.
You’ll only embarrass yourself.

Je zult jezelf alleen maar voor schut zetten.
You’ll have to establish residence here before you can vote.

Je moet je hier permanent vestigen voor je mag stemmen.
You’ll get there in time, so long as you don’t miss the train.

Je zult er op tijd aankomen, zolang je tenminste de trein niet mist.
You’ll get into trouble if your parents find out.

Je krijgt problemen als je ouders erachter komen.
youth hostel

jeugdherberg
youth

jeugd
yourself

jezelf
Your wish is my command.

Jouw wens is mijn bevel.
Your team is better than ours.

Jouw team is beter dan het onze.
your skills

je vaardigheden
your role

jouw rol
your personal storage space

jouw persoonlijke opslagruimte
Your payment order has been successfully created.

Je betaalopdracht is met succes aangemaakt.
Your overdue payments have been cleared this morning.

Uw achterstallige betalingen zijn toch vanochtend vereffend.
Your opinion matters.

Jouw mening telt.
your new boiler

je nieuwe ketel