English-Dutch Dictionary - R

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1811) B (693) C (1165) D (812) E (500) F (654) G (400) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6705) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)

English	Dutch	Learn
repented	bekeerd	Learn
repetition	herhaling	Learn
replace	vervang	Learn
replacement	vervangen	Learn
replacement (adjective)	vervangende	Learn
replaces	vervangt	Learn
replied	geantwoord	Learn
report	verslag	Learn
report	rapport	Learn
reported	gemeld	Learn
reporting	berichtgeving	Learn
representation	vertegenwoordiging	Learn
representative	vertegenwoordiger	Learn
republic	republiek	Learn
repulsive	weerzinwekkend	Learn
reputation	reputatie	Learn
request	aanvraag	Learn
requested	gevraagd	Learn
requires (3rd person singular)	vereist	Learn
requires (3rd person singular)	vergt	Learn
rescue	redding	Learn
research	onderzoek	Learn
researcher	onderzoeker	Learn
researchers	onderzoekers	Learn
reserved	gereserveerd	Learn
reservoir	reservoir	Learn
residence	verblijfs	Learn
residence permit	verblijfsvergunning	Learn
residential tower	woontoren	Learn
residents	bewoners	Learn
residents of poor properties	bewoners van slechte panden	Learn
residual	rest	Learn
residual value	restwaarde	Learn
resignation	ontslag	Learn
resigning	ontslagnemend	Learn
resigns	neemt ontslag	Learn