Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - N

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1811) B (693) C (1165) D (812) E (500) F (654) G (400) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6705) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
not a shred of geen greintje
not a shred of trust geen greintje vertrouwen
not a single geen enkele
Not a single loaf of bread was sold. Er werd geen enkel brood verkocht.
not a single person niet één persoon
Not a single piece was left. Er bleef geen enkel stukje over.
not an unusual pattern geen ongewoon patroon
Not every untrue statement is a lie. Niet iedere onjuiste bewering is een leugen.
Not everyone grows up in a privileged position. Niet iedereen groeit op in een bevoorrechte positie.
Not everyone likes snow. Niet iedereen houdt van sneeuw.
Not everyone who lives here is rich. Niet iedereen die hier woont, is rijk.
Not much longer. Niet veel langer.
not really niet heus
not recommended afgeraden
not true nietwaar
not turned on niet ingeschakeld
not yet nog niet
notable noemenswaardige
note (verb) noteer
note (diminutive) briefje
note noot
notebook notitieboek
noted genoteerd
notes aantekeningen
nothing niets
nothing niks
nothing niemendal
Nothing happens by chance. Niets gebeurt toevallig.
Nothing has changed since the beginning of humanity. Er is niets veranderd sinds het ontstaan van de mensheid.
Nothing has resulted from his efforts. Zijn inspanningen hebben niets teweeg gebracht.
Nothing is achieved without effort. Zonder inspanning behaal je niets.
Nothing is beautiful but the truth. Alleen de waarheid is schoon.
nothing more to prove niets meer te bewijzen
Nothing will hinder my malicious plan. Niets zal mijn kwaadaardig plan dwarsbomen.
notice mededeling
noticeable merkbaar