English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1362) B (625) C (999) D (690) E (436) F (570) G (334) H (829) I (1397) J (102) K (66) L (428) M (590) N (318) O (330) P (731) Q (29) R (438) S (1487) T (5937) U (126) V (115) W (861) Y (303) Z (13)

English	Dutch Sort descending	Learn
ambulance	ziekenwagen	Learn
absence through illness	ziekteverzuim	Learn
Absenteeism due to illness has been increasing in our country for years.	Ziekteverzuim stijgt al jaren in ons land.	Learn
As they climbed higher and higher in the air, the ugly little duckling felt wonderfully weary	Zij stegen zo hoog, zo hoog, dat het het lelijke jonge eendje wonderlijk te moede werd	Learn
are (plural)	zijn	Learn
Are these edible?	Zijn deze eetbaar?	Learn
Are there any tourists here this evening, by any chance?	Zijn er hier vanavond toevallig touristen?	Learn
Are there any vegetarian restaurants here?	Zijn er vegetarische restaurants in de buurt?	Learn
Are her parents divorced?	Zijn haar ouders gescheiden?	Learn
Are you guys really related?	Zijn jullie echt verwant?	Learn
Are you guys happy?	Zijn jullie gelukkig?	Learn
Are we idiots?	Zijn we idioten?	Learn
Are wasps poisonous?	Zijn wespen giftig?	Learn
Are they still here?	Zijn ze er nog?	Learn
Are starfish edible?	Zijn zeesterren eetbaar?	Learn
are hit hard	zijn zwaar getroffen	Learn
Are you all ready?	Zijt ge allemaal klaar?	Learn
as soon as possible	zo rap mogelijk	Learn
as promised	zoals beloofd	Learn
As promised, I forward you again the confirmation.	Zoals beloofd, stuur ik je nog eens de bevestiging door.	Learn
as discussed	zoals besproken	Learn
as discussed, regarding the vacancy	zoals besproken, betreffende de openstaande functie	Learn
as soon as	zodra	Learn
am looking for	zoek	Learn
attic; loft	zolder	Learn
as many; as much	zoveel	Learn
as well as	zowel	Learn
acid	zuur	Learn
at night	’s nachts	Learn
“Actually, he is not that ugly, if you look closely at him!”	“Eigenlijk is hij toch nog zo lelijk niet, als men hem maar eens goed bekijkt!”	Learn