Summary
The Dutch translation for “that” is dat.
See also
Recording |
English |
Dutch |
Learn |
|
that |
die |
|
Examples of "that" in use
There are 427 examples of the Dutch word for "that" being used:
Recording |
English |
Dutch |
Learn |
|
Tom said that the claim wasn’t true. |
Tom zei dat de bewering niet klopte. |
|
|
Can you write that down for me? |
Kunt u dat voor me opschrijven? |
|
|
Describe that accident in detail. |
Beschrijf dat ongeval in detail. |
|
|
He whirled himself in the water like a wheel, stretched out his neck towards the swans, and uttered such a loud and strange scream that it frightened himself. |
Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luide en zonderlinge schreeuw, dat het er zelf van schrikte |
|
|
That’s roughly a third of the total. |
Dat is ruwweg een derde van het totaal. |
|
|
I heard that Tom is living in Boston. |
Ik heb gehoord dat Tom in Boston woont. |
|
|
Towards evening it reached a small, shabby farm hut; it was so dilapidated that it did not know to which side it would fall, and that is why it stayed up |
Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan. |
|
|
We hope many of you will come. |
We hopen dat veel van jullie zullen komen. |
|
|
I didn’t know that Tom and John were brothers? |
Ik wist niet dat Tom en John jouw broers waren? |
|
|
I think it’s so great that you often think of everything. |
Ik vind het zo knap dat je vaak aan alles denkt. |
|