Dan mag je ook geen mening hebben, als verstandige lieden met elkaar spreken.
«Zoveel geluk had ik mij niet kunnen voorstellen, toen ik nog een lelijk eendje was!»
De vrouw sloeg de handen in elkaar, waarop het eerst in het botervat en toen in de meelton vloog
Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?
Zij lijken allemaal precies op hun vader; maar die ondeugd komt mij niet eens bezoeken.
“Piefpafpoef!” klonk het weer, en nu vlogen er gehele scharen wilde ganzen uit het riet op.
Rondom de korenvelden en de weiden waren uitgestrekte bossen, en midden in de bossen diepe meren.
Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.
“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.
het kreeg zulk een lust om in het water te zwemmen, dat het zich niet kon weerhouden, dit tegen de kip te zeggen.
en zodra deze niet meer te zien waren, dook het onder tot op de grond en toen het weer boven kwam, was het als buiten zich zelf
het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
dat is mislukt
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
Het vroor, dat het kraakte
De leeuweriken zongen.
“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
Je kunt mij gerust geloven!
«Dood mij maar!» zei het arme beest.