Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (8) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1487) B (649) C (1083) D (751) E (471) F (601) G (367) H (934) I (1558) J (111) K (71) L (452) M (639) N (339) O (355) P (780) Q (29) R (471) S (1593) T (6371) U (139) V (120) W (1007) X (4) Y (322) Z (14)
English Dutch Recording Learn
a bad decision een nefaste beslissing
a bad idea een slecht idee
a bailiff een deurwaarder
a balance een evenwicht
a ban on gatherings een samenscholingsverbod
a bang een knal
a bank een bank
a beach of stones and pebbles een strand van stenen en kiezels
A beard does not make a philosopher. Een baard maakt je nog geen filosoof.
a beautiful book een mooi boek
A beautiful view. Een prachtig uitzicht.
a beautiful wooden staircase een fraaie houten trap
a beautiful, yellow-brown bird een fraaie, geelbruine vogel
a beech een beuk
a beetle een tor
a bicycle shop een fietsenwinkel
a big banner een groot spandoek
a big fireball een grote vuurbal
a big mistake een grote vergissing
a big shift een grote verschuiving
a big, fat earwig een grote, dikke oorwurm
a big, ugly doll een grote, oerlelijke pop
a bipolar disorder een bipolaire stoornis
A bird is incessantly singing on my balcony. Een vogel zingt onophoudelijk op mijn balkon.
a bit een beetje
a bit too obvious een beetje erg doorzichtig
a black coat een zwarte vacht
a black robe een zwart gewaad
a blazing fire een laaiend vuur
a blessing een zegen
a boiled egg een gekookt ei
A bomb shelter is a basement to protect the population from air raid and other types of danger. Een schuilkelder is een kelder om de bevolking te beschermen tegen een luchtaanval en andere soorten van gevaar.
a bottle of milk een fles melk
a boulder een kei
a bow een buiging
a box of dates een doos dadels