O, hier was het zo schoon, zo heerlijk.
«Dat is een goede vangst!» zeide zij.
Welnu, wil je dan wel eens zwijgen?
Ja, er is een nieuwe bijgekomen!
nu, daar zullen we wel gauw achter komen
En de andere kinderen jubelden mee
En de andere zwanen bogen zich voor hem.
ze gooiden brood en gerst in het water
het zag daarin zijn eigen beeltenis
Zet je poten niet zo binnenwaarts!
Je bent zeker niet goed bij je verstand.
Zo ging het de eerste dag, en later werd het al erger en erger.
Nu liep het weg en vloog over de schutting.
hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit
Zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water.
Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw
deze klapten luider dan vroeger en droegen hem krachtig van daar
“Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.
boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
“Wel zo, hoe gaat het?” vroeg een oude eend, die haar eens een bezoek kwam brengen.