Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (675) B (1039) C (170) D (3701) E (1153) F (186) G (844) H (2047) I (1131) J (256) K (711) L (427) M (662) N (378) O (752) P (490) Q (2) R (354) S (1031) T (1023) U (180) V (1190) W (978) X (3) Y (88) Z (839)

Dutch	English	Learn
hetzelfde	the same	Learn
hetzelfde moment	the same time	Learn
heugelijke	happy	Learn
heus	really	Learn
Heus, ik meen het.	Really, I mean it.	Learn
heuvel	hill	Learn
heuvelachtigheid	hilliness	Learn
hevige	violent	Learn
hield	kept (singular)	Learn
hielden	held on (part 1, 3rd person plural)
hielden vast	held on	Learn
hielp	helped	Learn
hier	here	Learn
Hier dichtbij in een ander moeras zijn enige aardige wilde ganzen, allemaal dames, die evenals jij “kwak!” kunnen zeggen.	Near here in another swamp are some nice wild geese, all ladies, who, like you, can say “quack!”.	Learn
Hier geef ik om.	I care about this.	Learn
Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.	Here’s a list of things that Tom needs to do.	Learn
Hier is het lastige gedeelte.	Here’s the tricky part.	Learn
Hier lag het de gehele nacht; het was vermoeid en verdrietig.	Here it lay all night; it was tired and sad.	Learn
Hier moeten we uitstappen.	We have to get off here.	Learn
Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.	Here an old woman lived with her cat and her chicken.	Learn
Hier zijn de nieuwe woorden die ik tot vandaag heb genoteerd.	Here are the new words that I have noted down until today.	Learn
Hier zijn draken.	There are dragons here.	Learn
Hier zullen ze ons nooit vinden.	They’ll never find us here.	Learn
hierbij	hereby	Learn
hieronder	below	Learn
Hieronder lees je alles over onze meer dan 300 natuurgebieden: van heide tot bossen, van duinen tot tuinen, van slikken en schorren tot uitgestrekte parken.	Below you can read all about our more than 300 nature reserves: from heathland to forests, from dunes to gardens, from mudflats and salt marshes to extensive parks.	Learn
hierop	on this	Learn
Hierop wil ik graag je aandacht vestigen.	I would like to draw your attention to this.	Learn
hiervan	of this	Learn
hiervoor	for this	Learn
Hiervoor betaal ik niet.	I’m not paying for this.	Learn
hij	he	Learn
Hij balde zijn vuist.	He clenched his fist.	Learn
Hij bedroog.	He was cheating.	Learn
Hij begon een tulband te dragen.	He started wearing a turban.	Learn
Hij bekeek de kleurrijke wikkel van de cadeautjes.	He examined the colorful wrapping of the gifts.	Learn