Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (675) B (1039) C (170) D (3701) E (1153) F (186) G (844) H (2047) I (1131) J (256) K (711) L (427) M (662) N (378) O (752) P (490) Q (2) R (354) S (1031) T (1023) U (180) V (1190) W (978) X (3) Y (88) Z (839)
Dutch Recording English Learn

H

H (letter)

haai

shark

haak

hook

haal

get

haal

stroke (gesture)

Haal die doos weg!

Take that box away!

haalbaarheid

feasibility

haalbaarheidsonderzoeken

feasibility studies

haalde

took

haalt

pulls

haan

cock

haar

her

haar

hair

haar aantekeningen

her notes

haar behaarde gezicht

her hairy face

Haar betoog was helder en krachtig.

Her argument was clear and powerful.

Haar bewering is onjuist.

Her assertion is incorrect.

Haar bewering was onjuist.

Her claim was incorrect.

Haar boosheid is volkomen terecht.

Her anger is completely justified.

haar camera

her camera

Haar dood heeft mij verbijsterd.

Her death stunned me.

haar echtgenoot

her husband

Haar eer werd onteerd door de valse geruchten.

Her honor was dishonored by the false rumours.

haar eerste publieke optredens

her first public appearances

Haar Engels was onberispelijk; ik dacht niet dat ze een buitenlander was.

Her English was impeccable; I didn’t think she was a foreigner.

Haar functie is om klanten te helpen.

Her job is to help customers.

Haar geraaskal maakte iedereen bang.

Her raving scared everyone.

haar grootmoeder was vroeger nooit zo mooi, zo groot geweest

her grandmother had never before been so beautiful, so big

haar handen op haar schoot

her hands on her lap

Haar handjes waren bijna geheel van de kou verstijfd (paragraaf)

Her little hands were almost completely frozen from cold (paragraph)

Haar handjes waren bijna geheel van de kou verstijfd.

Her little hands were almost completely frozen from cold.

Haar haren zijn golvend en blond.

Her hair is wavy and blonde.

Haar inkeer inspireerde anderen om ook te veranderen.

Her repentance inspired others to change as well.

Haar jurk heeft een elegante snit.

Her dress has an elegant cut.

Haar kledingstijl wordt ongewoner.

Her clothing style is becoming more unusual.

haar leeftijd

her age