Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
That accident happened near his house. Dat ongeluk gebeurde vlak bij zijn huis.
He tried to hit the ball. Hij probeerde de bal te treffen.
Technology is everything nowadays. Techniek staat voor alles tegenwoordig.
His mouth suddenly felt bone-dry. Zijn mond voelde plotseling kurkdroog aan.
It is clear that she was killed by a curse. Het is duidelijk dat ze gedood is door een vloek.
It’s time to reconcile. Het is tijd om te verzoenen.
Do you know what Tom’s favorite drink is? Weet jij wat Tom zijn favoriete drankje is?
This misery is more than I can bear. Dit is meer ellende dan ik kan verdragen.
He sought shelter from the rain. Hij zocht beschutting tegen de regen.
I am probably lost. Waarschijnlijk ben ik verdwaald.
His presentation was succinct yet powerful. Zijn presentatie was bondig maar krachtig.
All those efforts came to nothing. Al die inspanningen waren tevergeefs.
He melted the wax for the statue. Hij heeft de was gesmolten voor het beeld.
His wife is my Italian teacher. Zijn vrouw is mijn leerkracht Italiaans.
She no longer responded to my messages. Ze reageerde niet meer op mijn berichten.
It went like that the first day, and later it got worse and worse. Zo ging het de eerste dag, en later werd het al erger en erger.
Now it ran away and flew over the fence. Nu liep het weg en vloog over de schutting.
Nobody can answer this question. Niemand kan deze vraag beantwoorden.
Math is a piece of cake for her. Wiskunde is voor haar een peulenschil.
They’re my grandma’s dentures. Het is het kunstgebit van mijn oma.