Understand spoken Dutch

"on" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
broken on the wheel gebroken op het wiel
I drive on the regional road. Ik rijd op de gewestweg.
A semi-trailer is a trailer that does not have its own front axle and of which an important part of the weight rests on the towing vehicle (the tractor). Een oplegger is een aanhangwagen, die geen eigen vooras heeft en waarvan dus een belangrijk deel van het gewicht op het trekkend voertuig (de trekker) rust.
Yanni kneeled on that mat. Yanni knielde op de mat.
They rode together on the tandem. Ze reden samen op de tandem.
Press any key. Druk op eender welke toets.
then we target the women dan mikken we op de vrouwen
You must swear on the Bible. Je moet zweren op de Bijbel.
in a hoarse whisper op schorre fluistertoon
He chewed on his hamburger. Hij kauwde op zijn hamburger.
The poor duckling was teased by all; even his sisters were angry with him and kept saying, “If only the cat grabbed you, you ugly creature!” Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”
on the brink of a recession op de rand van een recessie
Police flash to order. Politie flitst op bestelling.
We got lost in the streets. We raakten verdwaald op straat.
who was lurking at the top step die bij de bovenste trede op de loer lag
She’s waiting for the handsome, blond prince. Ze wacht op de knappe, blonde prins.
Caterpillars often crawl on leaves. Rupsen kruipen vaak op bladeren.
What did John sing on the stage? Wat heeft John op het toneel gezongen?
View the conditions on the intranet. Bekijk de voorwaarden op intranet.
The two were released on bail. De twee kwamen vrij op borgtocht.