Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the present	het heden
	He’s so generous.	Hij is zo gul.
	from now on	vanaf heden
	I’m disgusted.	Ik walg ervan.
	network operator	netbeheerder
	lower layers	onderlagen
	not a single	geen enkele
	I care about this.	Hier geef ik om.
	I don’t get it.	Ik snap het niet.
	Speak louder.	Praat luider.
	It feels real.	Het voelt echt.
	Really, I mean it.	Heus, ik meen het.
	What do you mean?	Hoe bedoel je?
	Tom isn’t very generous.	Tom is niet zo gul.
	It’s not raining.	Het regent niet.
	no idea	geen flauw benul
	not a shred of	geen greintje
	hard-boiled	hardgekookte
	Does the dog swim often?	Zwemt de hond vaak?
	Things got worse.	Het werd nog erger.