Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - W

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1005) D (695) E (438) F (572) G (335) H (831) I (1405) J (102) K (67) L (429) M (592) N (319) O (331) P (732) Q (29) R (440) S (1492) T (5969) U (131) V (115) W (862) Y (303) Z (13)
English Dutch Recording Learn
Which search engine do you use?

Welke zoekmachine gebruik je?
Which original iPad cover fits your iPad?

Welke originele iPad hoes past bij je iPad?
Which one is cheaper?

Welke is goedkoper?
Which languages do you speak?

Welke talen spreek je?
Which is heavier, lead or gold?

Wat is zwaarder, lood of goud?
which has been destroyed

die is vernietigd
Which company offers the cheapest insurance?

Welk bedrijf biedt de goedkoopste verzekeringen?
Which car do you think looks best?

Welke auto ziet er het beste uit volgens jou?
Which bus should I take then?

Welke bus moet ik dan hebben?
Which book are you reading?

Welk boek lees je?
which

welk
which (long form)

welke
which

hetgeen
whether he likes to swim in the water, or to dive under it

of hij er van houdt, in het water te zwemmen of onder te duiken
whether

of
Where’s your husband?

Waar is je man?
Where’s your cat?

Waar is je kat?
Where’s the mirror?

Waar is de spiegel?
Where’s the head?

Waar is het hoofd?
Where’s her hat?

Waar is haar hoed?
where?

waar?
where; whereas

waarbij
where you guarantee a pro-active approach and clear communication

waarbij je borg staat voor een pro-actieve aanpak en heldere communicatie
Where were you the night the factory burned down?

Waar was je op de avond dat de fabriek platbrandde?
Where was Tom born?

Waar is Tom geboren?
Where there’s smoke, there’s fire.

Waar rook is, is vuur.
Where is there a bakery?

Waar is de bakkerij?
Where is the train to London?

Waar is de trein naar Londen?
Where is the tourist office?

Waar is het VVV-kantoor?
Where is the toilet?

Waar is het toilet?
Where is the registration centre?

Waar is het registratiekantoor?
Where is the nearest train station?

Waar is het dichtstbijzijnde station?
Where is the nearest shop?

Waar is de dichtstbijzijnde winkel?
Where is the metro?

Waar is de metro?
Where is the bus to London?

Waar is de bus naar Londen?
Where is the bathroom?

Waar is de badkamer?