Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - W

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1356) B (616) C (991) D (685) E (434) F (566) G (334) H (817) I (1378) J (102) K (66) L (425) M (586) N (315) O (329) P (725) Q (29) R (433) S (1477) T (5913) U (123) V (115) W (855) Y (302) Z (13)
English Dutch Sort descending Recording Learn
Where is an ATM?

Waar vind ik een geldautomaat?

Where were you the night the factory burned down?

Waar was je op de avond dat de fabriek platbrandde?

Where does John work?

Waar werkt Jan?

Where does John work? (dialogue)

Waar werkt Jan? (dialoog)

Where does John work? John works in the furniture factory.

Waar werkt Jan? Jan werkt in de meubelfabriek.

Where do you live now?

Waar woon je tegenwoordig?

Where do you live? (informal)

Waar woon je?

Where do you live? (formal)

Waar woont u?

Where are the passports?

Waar zijn de paspoorten?

Where are there a lot of bars?

Waar zijn er veel bars?

Where are there a lot of sites to see?

Waar zijn er veel bezienswaardigheden?

Where are there a lot of hotels?

Waar zijn er veel hotels?

Where are there a lot of restaurants?

Waar zijn er veel restaurants?

Where are my parents?

Waar zijn mijn ouders?

where?

waar?

where; whereas

waarbij

where you guarantee a pro-active approach and clear communication

waarbij je borg staat voor een pro-actieve aanpak en heldere communicatie

worth

waard

worthless

waardeloos

worthy

waardige

with which

waarmee

why

waarom

Why do dogs chase squirrels?

Waarom achtervolgen honden eekhoorns?

Why don’t we start without Tom?

Waarom beginnen we niet zonder Tom?

Why didn’t you come by bus?

Waarom ben je niet met de bus gekomen?

Why are you visiting the United Kingdom?

Waarom bezoekt u het Verenigd Koninkrijk?

Why do you always keep complaining?

Waarom blijf je altijd maar vitten?

Why does this keep happening?

Waarom blijft dit gebeuren?

Why don’t we do it now?

Waarom doen we het nu niet?

Why are you drinking so much tonight?

Waarom drink je zoveel vanavond?

Why are you whispering?

Waarom fluister je?

Why are you whispering?

Waarom fluisteren jullie?

Why don’t we go to Australia with Tom?

Waarom gaan we niet naar Australië met Tom?

Why don’t we go swimming with Tom?

Waarom gaan we niet zwemmen met Tom?

Why do you not believe Tom?

Waarom geloof je Tom niet?

Why don’t we give Tom a chance?

Waarom geven we Tom geen kans?