Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - W

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1816) B (694) C (1170) D (815) E (502) F (659) G (404) H (998) I (1701) J (119) K (76) L (480) M (672) N (341) O (377) P (845) Q (32) R (508) S (1688) T (6711) U (153) V (123) W (1095) X (4) Y (338) Z (14)
English Dutch Sort descending Recording Learn
walked wandelden
Walking in nature is a pleasure. Wandelen in de natuur is een genot.
walk wandeling
walking stick wandelstok
walls wanden
wall clock wandklok
When a 16-year-old does the same thing, that is deviant behaviour and can be responded to. Waneer een 16-jarige hetzelfde zou doen, is dat afwijkend gedrag en kan er wel op gereageerd worden.
when wanneer
When does the meeting start? Wanneer begint de vergadering?
When does the performance begin? Wanneer begint het optreden?
when you need to speak French wanneer er Frans gesproken moet worden
When are you planning to get married? Wanneer ga je in het huwelijksbootje stappen?
When are you going to Vienna? Wanneer ga je naar Wenen?
When do the shops open? Wanneer gaan de winkels open?
When are we going to the beach? Wanneer gaan we naar het strand?
When did you buy it? Wanneer heb je het gekocht?
when I printed it wanneer ik het geprint had
When is the soil saturated? Wanneer is de bodem verzadigd?
When do you return home? Wanneer kom je terug naar huis?
When are you coming back? Wanneer kom je terug?
When is Santa Claus coming? Wanneer komt de kerstman?
When will this bus arrive in Brussels? Wanneer komt deze bus aan in Brussel?
When will this train arrive in Brussels? Wanneer komt deze trein aan in Brussel?
When are you getting your hair cut? Wanneer laat jij je haar knippen?
When do owls sleep? Wanneer slapen uilen?
When do we speak of saturation? Wanneer spreken we van verzadiging?
When does the bus for Brussels leave? Wanneer vertrekt de bus naar Brussel?
When does the train for Brussels leave? Wanneer vertrekt de trein naar Brussel?
We have to leave now if we want to get home before dark. Wanneer we voor het donker thuis willen zijn, dan moeten we nu op pad gaan.
When will my suitcase be found? Wanneer wordt mijn koffer gevonden?
When will the next concert happen? Wanneer zal het volgende concert optreden?
When are the meetings? Wanneer zijn de bijeenkomsten?
When are the meetings? Wanneer zijn de vergaderingen?
When will you finish your assignment? Wanneer zul je je opdracht afmaken?
weapon wapen
weapons wapens