English-Dutch Dictionary - P

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1356) B (616) C (991) D (685) E (434) F (568) G (334) H (820) I (1381) J (102) K (66) L (425) M (587) N (315) O (329) P (728) Q (29) R (435) S (1482) T (5919) U (124) V (115) W (856) Y (302) Z (13)

English Sort ascending	Dutch	Learn
“Piff! Paff!” it sounded, and the two wild gannets fell dead in the reeds, and the water turned blood red.	“Piefpafpoef!” klonk het juist, en de beide wilde genten vielen dood in het riet neer, en het water werd bloedrood gekleurd.	Learn
“Piff! Paff!” it sounded again, and now whole flocks of wild geese were flying out of the reeds.	“Piefpafpoef!” klonk het weer, en nu vlogen er gehele scharen wilde ganzen uit het riet op.	Learn
“Piep, piep!” said the duckling and it crawled out.	“Piep, piep!” zei het jong en kroop er uit.	Learn
python	python	Learn
pyramid	piramide	Learn
puts (3rd person singular)	legt	Learn
Put yourself in my position.	Ga eens in mijn schoenen staan.	Learn
put together (past participle)	samengesteld	Learn
Put these pieces of cloth under your armpits.	Doe die stukken stof onder uw oksels.	Learn
Put the words in the right order.	Zet de woorden in de juiste volgorde.	Learn
Put the book back where you found it.	Leg het boek terug waar je het gevonden hebt.	Learn
Put some clothes on.	Kleed je aan!	Learn
Put out the light.	Doe het licht uit.	Learn
put out	stak	Learn
put on (past participle)	ingeschakeld	Learn
put on	omdoet	Learn
put on	aantrokken	Learn
Put it down somewhere.	Leg het ergens neer.	Learn
put down (part 2)	neer
put down (part 1)	legde
put down	legde neer	Learn
put	zet	Learn
put (simple past)	zette
put	leg	Learn
put	steek	Learn
put	gezet	Learn
pushed off (past participle)	afgeduwd	Learn
Push the red button.	Druk op de rode knop.	Learn
push	druk	Learn
pursuit	achtervolging	Learn
purr	spin	Learn
Purple is a striking colour.	Paars is een opvallende kleur.	Learn
purple (long form)	paarse	Learn
purple	purper	Learn
purple	paars	Learn
purgatory	vagevuur	Learn