English-Dutch Dictionary - O

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)

English Sort ascending	Dutch	Learn
one hundred and six (106)	honderdzes	Learn
one hundred and seventeen (117)	honderdzeventien	Learn
one hundred and seven (107)	honderdzeven	Learn
one hundred and one (101)	honderdeen	Learn
one hundred and ninety-nine (199)	honderdnegenennegentig	Learn
one hundred and nineteen (119)	honderdnegentien	Learn
one hundred and nine (109)	honderdnegen	Learn
one hundred and fourteen (114)	honderdveertien	Learn
one hundred and four (104)	honderdvier	Learn
one hundred and forty-seven (147)	honderdzevenenveertig	Learn
one hundred and forty (140)	honderdveertig	Learn
one hundred and five (105)	honderdvijf	Learn
one hundred and fifty (150)	honderdvijftig	Learn
one hundred and fifteen (115)	honderdvijftien	Learn
one hundred and eleven (111 )	honderdelf	Learn
one hundred and eighty (180)	honderdtachtig	Learn
one hundred and eighteen (118)	honderdachttien	Learn
one hundred and eight (108)	honderdacht	Learn
one hundred (100)	honderd	Learn
One evening, just as the sun set amid radiant clouds, there came a large flock of beautiful birds out of the forest	Op zekere avond, juist toen de zon in haar pracht onderging, kwam er een hele troep grote vogels uit het bos	Learn
One evening a strong thunderstorm came; there was thunder and lighting, the rain was pouring down, it was terrible weather!	Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer!	Learn
One day, we’ll know.	Op een dag zullen we het weten.	Learn
one and a half	anderhalve	Learn
one (diminutive)	eentje	Learn
one (old spelling)	eene	Learn
one (pronoun)	men	Learn
one (1)	één	Learn
one (long form)	ene	Learn
Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess.	Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.	Learn
once upon a time	er was eens	Learn
once more	nog een keer	Learn
once again	andermaal	Learn
once	een keer	Learn
on-board computer	boordcomputer	Learn
on which a church, a cart with horse	waarop een kerk, een kar met paard	Learn
on top	oppers	Learn