English-Dutch Dictionary - O

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1362) B (625) C (999) D (690) E (436) F (570) G (334) H (829) I (1397) J (102) K (66) L (428) M (590) N (318) O (330) P (731) Q (29) R (438) S (1487) T (5937) U (126) V (115) W (861) Y (303) Z (13)

English	Dutch Sort ascending	Learn
oxen	ossen	Learn
ox	os	Learn
orchestra	orkest	Learn
original	originele	Learn
organ	orgel	Learn
organizes	organiseert	Learn
organizational	organisatorisch	Learn
organizations	organisaties	Learn
organisation	organisatie	Learn
organ	orgaan	Learn
order	orde	Learn
orange yellow	oranje-geel	Learn
orange pennon	oranje wimpel	Learn
orange light	oranje licht	Learn
orange colour	oranje kleur	Learn
orange (colour)	oranje	Learn
Oracle	Oracle
opinion	opvatting	Learn
optimistic	optimistisch	Learn
optimist	optimist	Learn
options	opties	Learn
on top	oppers	Learn
outstanding; open	openstaande	Learn
opening	opening	Learn
open	opendoet	Learn
opened	opende	Learn
Open your book please.	Open je boek alsjeblieft.	Learn
open	open	Learn
One evening a strong thunderstorm came; there was thunder and lighting, the rain was pouring down, it was terrible weather!	Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer!	Learn
One evening, just as the sun set amid radiant clouds, there came a large flock of beautiful birds out of the forest	Op zekere avond, juist toen de zon in haar pracht onderging, kwam er een hele troep grote vogels uit het bos	Learn
On Saturday evening he goes to his favorite pub.	Op zaterdagavond gaat hij naar zijn favoriete kroeg.	Learn
on the table	op tafel	Learn
On Monday my class starts at 8:00 am.	Op maandag begint mijn les om 8:00 uur.	Learn
on tiptoe	op kousenvoeten	Learn
on their toes	op hun tenen	Learn
on the ceiling	op het plafond	Learn