Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - L

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1356) B (616) C (991) D (685) E (434) F (568) G (334) H (820) I (1381) J (102) K (66) L (425) M (587) N (315) O (329) P (728) Q (29) R (435) S (1482) T (5919) U (124) V (115) W (856) Y (302) Z (13)
English Dutch Sort descending Recording Learn
lockers

kastjes

looked

keek

license plate

kenteken

license plate numbers

kenteken nummers

look

kijk

Look someplace else.

Kijk ergens anders.

Look at that building.

Kijk naar dat gebouw.

Look at the cover.

Kijk naar de omslag.

Look, that’s the way the world is now! (paragraph)

Kijk, zo gaat het nu in de wereld!

Look, that’s how it is in the world now! (paragraph)

Kijk, zo is het nu in de wereld! (paragraaf)

Language acquisition is a complex process that begins at birth.

Kinderen hebben een verbazingwekkend vermogen voor taalverwerving.

little

klein

lump

knobbel

leaders

koplopers

lobster

kreeft

lame

kreupel

lost

kwijt

low

laag

low achiever

laagpresteerder

let

laat

late

laat

Leave that behind and teach your other children to swim!

Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!

Leave her alone and stop complaining.

Laat haar met rust en stop met vitten.

Let the good food become a trap for them.

Laat het lekkere eten een valstrik voor hen worden.

let me get straight to the point

laat ik maar meteen met de deur in huis vallen

let go

laat los

Let me see.

Laat me eens zien.

Let me explain.

Laat me het uitleggen.

Let me accompany you!

Laat me je begeleiden!

Let me take your temperature.

Laat me je temperatuur opnemen.

Leave me in peace.

Laat me met rust.

Leave me alone.

Laat me met rust.

Let me see the egg!

Laat mij het ei eens zien!

Let’s find a quiet spot where we can talk.

Laat ons een rustige plek zoeken waar we kunnen praten.

Let’s leave now before anyone changes their mind.

Laat ons nu weggaan vooraleer iemand van gedacht verandert.

let her finish raging

laat ze maar uitrazen