Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - J

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1811) B (693) C (1165) D (812) E (500) F (654) G (400) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6705) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
Jordan Bank Jordaanoever
journalist journalist
journey reis
joy vreugde
joy blijdschap
joylessly vreugdeloos
judge rechter
judgement vonnis
judgement oordeel
judges (verb) vonnist
judges (noun) rechters
Judges hold defaulters hostage more often. Rechters laten wanbetalers vaker gijzelen.
judgmental veroordelend
judicial remedy rechtsmiddel
jug kan
jug kruik
juice sap
July juli
jumped (singular) sprong
jumped sprongen
jumper springer
June juni
jungle jungle
junk rommel
Junko (girl’s name) Junko
Junko still depends on her parents for her living expenses. Junko is voor haar levensonderhoud nog steeds afhankelijk van haar ouders.
jury jury
just (morally right) rechtvaardig
just net
just gewoon
just a few hours before luttele uren vóór
Just ask our mistress yourself, the old woman. Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw
Just because you can, doesn’t mean that you should. Het is niet omdat je het kunt, dat het ook moet.
Just in case. Voor het geval dat.
Just learn each new word with the article. Leer gewoon elk nieuw woord met het lidwoord.
just like evenals