Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Recording Learn
I have brown hair.

Ik heb bruin haar.
I have brown eyes.

Ik heb bruine ogen.
I have a stomach ache.

Ik heb buikpijn.
I hid that for years.

Ik heb dat jaren verzwegen.
I have not done that.

Ik heb dat niet gedaan.
I didn’t understand the meaning.

Ik heb de betekenis niet begrepen.
I am diabetic.

Ik heb diabetes.
I made a lot of new friends this year.

Ik heb dit jaar veel nieuwe vrienden gemaakt.
I am thirsty.

Ik heb dorst.
I studied for three months in Australia.

Ik heb drie maanden in Australië gestudeerd.
I waited for Tom for three hours, but he never showed up.

Ik heb drie uur op Tom gewacht maar hij liet zich niet zien.
I need three carrots.

Ik heb drie wortels nodig.
I urgently need help.

Ik heb dringend hulp nodig.
I have inherited a significant fortune.

Ik heb een aanzienlijk vermogen geërfd.
I am having an allergic reaction.

Ik heb een allergische reactie.
I have a car, but I almost never use it.

Ik heb een auto maar ik gebruik hem bijna nooit.
I have a book.

Ik heb een boek.
I need a doctor.

Ik heb een dokter nodig.
I have a hole in my jeans.

Ik heb een gat in mijn spijkerbroek.
I have a guilder.

Ik heb een gulden.
I have a dog.

Ik heb een hond.
I bought Tom a hot dog.

Ik heb een hot dog voor Tom gekocht.
I have a cat.

Ik heb een kat.
I’ve got a frog in my throat.

Ik heb een kikker in mijn keel.
I need a little piece of cardboard.

Ik heb een klein stuk karton nodig.
I need a cold shower.

Ik heb een koude douche nodig.
I need a raise.

Ik heb een loonsverhoging nodig.
I have a natural ability in mathematics.

Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
I need a new car.

Ik heb een nieuwe auto nodig.
I bought a new mobile phone.

Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.
I have a double chin.

Ik heb een onderkin.
I have a few pimples on my face.

Ik heb een paar puisten op mijn gezicht.
I need an umbrella.

Ik heb een paraplu nodig.
I need a pain reliever.

Ik heb een pijnstiller nodig.
I need a postcard.

Ik heb een postkaart nodig.
I need a razor.

Ik heb een scheermes nodig.