Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (625) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (336) H (831) I (1406) J (102) K (67) L (429) M (593) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Recording Learn
I don’t think that was a wise decision.

Ik denk niet dat dat een verstandige beslissing was.
I think it wouldn’t be too hard to come up with a better system.

Ik denk niet dat het al te moeilijk is een beter systeem te verzinnen.
I don’t think that’s a good investment.

Ik denk niet dat het een goede investering is.
I don’t think it was a coincidence

ik denk niet dat het toeval was
I don’t think anyone would want to read this book a second time.

Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.
I don’t think your mother likes him.

Ik denk niet dat je moeder hem leuk vindt.
I don’t think Tom would ever say something like that.

Ik denk niet dat Tom ooit iets zoals dat zou zeggen.
I put it in the drawer.

Ik doe het in de la.
I try to swim a kilometer a day.

Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.
I shower almost every day.

Ik douch bijna elke dag.
I don’t wear a tie.

Ik draag geen das.
I urge

ik dring erop aan
I urge that this plan be postponed.

Ik dring erop aan dat dit plan uitgesteld wordt.
I drink

ik drink
I don’t drink alcohol.

Ik drink geen alcohol.
I drink too much coffee.

Ik drink te veel koffie.
I drink a lot of wine.

Ik drink veel wijn.
I had jeans on.

Ik droeg een spijkerbroek.
I only eat kosher food.

Ik eet alleen koosjer voedsel.
I don’t eat pork.

Ik eet geen varkensvlees.
I don’t eat meat and fish.

Ik eet geen vlees en vis.
I like to eat fried eel.

Ik eet graag gebakken paling.
I eat a lot of turkey.

Ik eet veel kalkoen.
I eat a lot of pork.

Ik eet veel varken.
I’ll take a shower.

Ik ga douchen.
I’ll steal a car.

Ik ga een auto stelen.
I’m just going to the toilet.

Ik ga even naar het toilet.
I prefer walking to being carried in a vehicle.

Ik ga liever te voet dan in een voertuig vervoerd te worden.
I will accompany you.

Ik ga met u mee.
I’m going shopping tomorrow.

Ik ga morgen winkelen.
I’m going to Australia to work on a farm.

Ik ga naar Australië om op een boerderij te werken.
I’ll be flying to Boston.

Ik ga naar Boston vliegen.
I’m going to attend the meeting.

Ik ga naar de vergadering.
I’m going to the shop.

Ik ga naar de winkel heen.
I’m going to call Tom later.

Ik ga Tom straks bellen.
I’m dropping out of school.

Ik ga van school af.