Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (9) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1366) B (626) C (1006) D (695) E (439) F (572) G (335) H (831) I (1405) J (102) K (67) L (429) M (592) N (319) O (331) P (735) Q (29) R (441) S (1495) T (5970) U (131) V (115) W (862) Y (304) Z (13)
English Dutch Recording Learn
I am pregnant.

Ik ben in verwachting.
I’m grateful for your help.

Ik ben je dankbaar voor je hulp.
I’m fed up with your attitude.

Ik ben jouw houding zat.
I’m finished.

Ik ben klaar.
I am an English teacher.

Ik ben leerkracht engels.
I just went to the sea.

Ik ben louter naar de zee geweest.
I appreciate your problem.

Ik ben me bewust van je probleem.
I’m sick.

Ik ben misselijk.
I’m tired, but I still can’t fall asleep.

Ik ben moe maar ik kan nog niet slapen.
I’m chubby.

Ik ben mollig.
I am 19 years old.

Ik ben negentien jaar oud.
I’m not interested.

Ik ben niet geïnteresseerd.
I don’t intend to answer any questions.

Ik ben niet van plan eender welke vraag te beantwoorden.
I’m not the one responsible for this mistake.

Ik ben niet verantwoordelijk voor deze fout.
I’m still alive.

Ik ben nog in leven.
I have never been to the United States.

Ik ben nooit in de Verenigde Staten geweest.
I, too, am a teacher.

Ik ben ook leraar.
I’m looking for a room with two beds.

Ik ben op zoek naar een kamer met twee bedden.
I am looking for a new job.

Ik ben op zoek naar een nieuwe job.
I am seriously disappointed.

Ik ben serieus ontgoocheld.
I’m against corruption.

Ik ben tegen corruptie.
I’ll be back by nine.

Ik ben tegen negen uur terug.
I am back home.

Ik ben terug thuis.
I am satisfied with my career so far.

Ik ben tevreden met mijn loopbaan tot nu toe.
I’m making tea.

Ik ben thee aan het zetten.
I became a member of the club ten years ago.

Ik ben tien jaar geleden lid van de club geworden.
I happen to be a pretty good chess player.

Ik ben toevallig een vrij goede schaker.
I’m Mary by the way and this is Tom.

Ik ben trouwens Maria, en dit is Tom.
I’m not scared of anything.

Ik ben van niets bang.
I’m a vegetarian.

Ik ben vegetariër.
I’m shocked.

Ik ben verbijsterd.
I got lost in the woods.

Ik ben verdwaald in het bos.
I’m lost.

Ik ben verdwaald.
I was raped.

Ik ben verkracht.
I’m in love with you.

Ik ben verliefd op jou.
I am annoying.

Ik ben vervelend.