Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - G

0 (1) 1 (8) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1809) B (692) C (1166) D (812) E (500) F (654) G (402) H (994) I (1698) J (119) K (75) L (477) M (672) N (342) O (376) P (844) Q (32) R (508) S (1689) T (6704) U (154) V (124) W (1092) X (4) Y (337) Z (14)
English Dutch Recording Learn
gruesome (long form) gruwelijke
gruffly bars
grumpy knorrig
guarantee borg
guard bewaker
guarded bewaakt
guardian voogd
guardian angels engelbewaarders
guardians bewaarders
guardrail vangrail
guidance begeleiding
guide gids
guided begeleid
guidelines richtlijnen
guides (noun) gidsen
guilder gulden
guilt schuld
guilty schuldig
guilty one schuldige
guinea pig cavia
guitar gitaar
gull meeuw
gulp slok
gun geweer
gun pistool
gunpowder buskruit
gunpowder kruit
gust of wind windstoot
Gust of wind brings down scaffolding Windstoot haalt stelling naar beneden
Gustav (boy's name) Gustav
Gustav was so distracted early this morning that he accidentally put on two different socks. Gustav was vanmorgen vroeg zo verstrooid dat hij per ongeluk twee verschillende sokken had aantrokken.
Gusts blew the trash off the street. Rukwinden waaiden het vuilnis van de straat.
gusts of wind rukwinden
Gusts tore branches off the trees. Rukwinden rukten de takken van de bomen.
guts lef
guy vent