Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (8) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1453) B (646) C (1064) D (732) E (464) F (599) G (355) H (898) I (1473) J (111) K (71) L (449) M (626) N (334) O (349) P (774) Q (29) R (464) S (1572) T (6270) U (136) V (118) W (920) X (4) Y (315) Z (14)
English Dutch Recording Learn
a mop

een zwabber

a motive

een drijfveer

a mouse

een muis

a murder with robbery

een roofmoord

a muscle tear

een spierscheur

a mushroom

een paddenstoel

a narrow stone staircase

een smalle stenen trap

a necessity because criminals are increasingly sophisticated

een noodzaak, want criminelen worden alsmaar spitsvondiger

a net with much finer mesh

een net met veel fijnere mazen

a new bed

een nieuw bed

a new book

een nieuw boek

a new car

een nieuwe auto

a new creation

een nieuwe schepping

a new dress

een nieuwe jurk

a new facade cladding

een nieuwe gevelbeplating

a new house

een nieuw huis

a new leave

een nieuw verlof

a new light

een nieuw licht

a new model

een nieuw model

a new party

een nieuwe partij

a new quill

een nieuwe ganzenveer

a new rescue ship

een nieuw reddingsschip

a new robe

een nieuw gewaad

a new ship

een nieuw schip

a new start

een nieuwe start

a newspaper clipping

een krantenknipsel

a nice house

een mooi huis

a nice sweater

een mooie trui

a night shop

een nachtwinkel

a non-governmental organisation

een niet-gouvernementele organisatie

a number of battle states

een aantal strijdstaten

A number of Brussels taxi associations today left the Brussels inner ring paralysed.

Een aantal Brusselse taxi verenigingen leggen vandaag de Brusselse kleine ring lam.

a number of conditions

een aantal voorwaarden

a number of sanctions

een aantal sancties

a nutshell

een notendop

A one-way ticket, please.

Enkele reis, graag.