Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (675) B (1039) C (170) D (3701) E (1153) F (186) G (844) H (2047) I (1131) J (256) K (711) L (427) M (662) N (378) O (752) P (490) Q (2) R (354) S (1031) T (1023) U (180) V (1190) W (978) X (3) Y (88) Z (839)
Dutch Recording English Learn

Hij weet alles.

He knows everything.

Hij werd aanzienlijk rijk voordat hij stierf.

He became very rich before he died.

Hij werd gearresteerd voor heling.

He was arrested for fencing stolen goods.

Hij werd geboren omstreeks 1980.

He was born around 1980.

Hij werd geschorst voor onzedelijk gedrag.

He got expelled for lewd conduct.

Hij werd nijdig om niets.

He got angry over nothing.

Hij werd rood van woede.

He was red with anger.

Hij werd vriendelijk bejegend.

He was treated kindly.

Hij wil leren koken.

He wants to learn to cook.

Hij wil veeleer slapen dan studeren.

He rather wants to sleep than study.

Hij wist dat Perkamentus die smoes onmiddellijk zou doorzien.

He knew that Dumbledore would immediately see through that excuse.

Hij woont in het Verenigd Koninkrijk.

He lives in the United Kingdom.

hij wordt

he becomes

hij wreef over zijn kin

he rubbed his chin

Hij zaagde houtblokken voor de open haard.

He sawed logs for the fireplace.

Hij zal de troon opvolgen.

He will succeed to the throne.

Hij zal het werk niet aankunnen.

He will not be able to do the work.

Hij zal nadien komen.

He will come afterwards.

Hij zal spoedig komen opdagen.

He’ll show up soon.

Hij zal trachten te komen.

He will try to come.

Hij zal vanavond optreden.

He will perform tonight.

hij zei dat ik niet mijn verantwoordelijkheid nam

he said I hadn’t taken my responsibility

Hij zit moederziel alleen in het buitenland.

He is all alone abroad.

Hij zocht beschutting tegen de regen.

He sought shelter from the rain.

Hij zocht naar de sleutel.

He looked for the key.

Hij zocht zijn sleutels.

He looked for his keys.

Hij zweeg tijdens de vergadering.

He kept silent during the meeting.

hijgend

panting

hijgt

pants; gasps

hijs

hoist

hijskraan

crane

Himalaya

Himalayas

hing

hung

hinken

to limp

hinkte

limped

historisch

historic