Wie is kleiner, Tom of Mary?
Gelukkig is Tom mijn baas niet.
Tom woont hier niet in de buurt.
Is dat wat er met Tom is gebeurd?
Tom zegt dat Mary dronken is.
Tom kwam heel dronken thuis.
Tom drinkt veel bier, net als Mary.
Tom is zijn paraplu vergeten.
Tom heeft minder kleding dan Mary.
Tom is hier langer geweest dan Mary.
Tom en Mary wonen in hetzelfde gebouw.
Zowel Tom als Maria zijn erg gelukkig hier.
Tom moet Mary vertellen wat er gebeurd is.
Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.
Tom zei dat al zijn vrienden dronken waren.
Wat heeft Tom gedaan terwijl hij in Australië was?
Ik heb Tom gisteren voor de eerste keer dronken gezien.
Tom ziet er jong uit.
Haat je Tom?
Tom brak zijn nek.